This page only has Dutch navigation. Press the English flag to return to the English part of this website

Krak de Chevaliers


Van Aleppo rijden we naar de kust. We willen hier graag ergens overnachten, maar eenmaal ter plaatse blijkt de kust helemaal volgebouwd en Lattakia een grote vieze stinkstad. We kiezen eieren voor ons geld en rijden daarom rechtstreeks door naar Krak de Chevaliers. Krak de Chevaliers is een enorm kruisvaarderskasteel. In tegenstelling tot de meeste ruines is dit kasteel meer dan een verzameling stenen. Het is nog een echt kasteel, dat voor een groot deel nog in takt is. Alhoewel het natuurlijk uit een totaal andere tijd stamt, kun je het een beetje vergelijken met de grote kastelen uit de bekende avonturenfilms zoals King Arthur. Je kunt je bijna voorstellen hoe men hier in vroegere tijden moet hebben geleefd.


 

Grote waterwielen en een halve kip


Krak de Chevaliers ligt in de bergen en na een aantal dagen mooi weer worden we weer eens geplaagd door een gure regenachtige dag. In eerste instantie besluiten we ons niet te laten kisten en willen we hier gewoon twee dagen blijven, maar als na een halve dag regen de lucht niet opklaart besluiten we om toch maar verder te reizen. We wachten even totdat de tent droog is en pakken dan snel de boel weer in en rijden richting het noorden; naar Hama, dat bekend staat om zijn waterwielen. Deze waterwielen zijn van hout en enorm groot. Als ze draaien maken ze bovendien behoorlijk wat lawaai. Omdat er totaal geen kampeermogelijkheden zijn hier nemen we die avond een hotelletje en eten we buiten de deur; op het menu staat een halve kip. Net als in Nederland zie je hier regelmatig kippen aan het spit draaien en die avond bestellen we er ieder eentje. Het zijn de salades en broden die de kip een Syrisch tintje geven, maar verder smaakt ie als in Nederland. 



 

Onze eerste autopech


Wanneer we van Hama de woestijn in rijden richting Palmyra krijgen we voor het eerst sinds ons vertrek pech met de auto. Halverwege moeten we over een pas geasfalteerd stuk weg. Op het moment dat we er overheen rijden horen we ineens een raar gebonk. Het voelt alsof er een band lek is. We stappen natuurlijk direct uit en bekijken onze wielen, maar we zien niets. We starten daarom de auto en rijden verder, maar direct horen we hetzelfde gebonk. We hebben direct door, dat er iets niet klopt en zetten opnieuw de auto langs de kant van de weg. Wanneer we nogmaals onze banden inspecteren zien we aan de binnenkant van onze linker achterband een hele grote bobbel. Op de een of andere manier is de band van binnenuit kapot gegaan waardoor er een zachte plek in het rubber is ontstaan. De band is niet lek, maar evengoed afgeschreven. We hebben geen idee hoe het heeft kunnen ontstaan. We denken even, dat het misschien door het hete asfalt komt, maar dit is geen logische verklaring. Op de heetste dag van onze hele reis tot nu toe halen we ons gereedschap tevoorschijn en beginnen we aan het verwisselen van de band. Een uurtje later rijden we weer.



 

Palmyra


In de woestijn, in de richting van Irak bevindt zich de grootste bezienswaardigheid van Syrië. Palmyra, of Tadmor zoals het door de Syriërs wordt genoemd is een oase middenin de woestijn. Temidden van deze oase bevinden zich een aantal mooie ruines. In Palmyra vinden we een mooi plekje om te kamperen. De camping ligt in de oase tussen de palmbomen aan de voet van de Tempel van Bel. Naast het bezoeken van de ruines nemen we op deze camping ook even een time-out om wat aan de auto te sleutelen. Er zijn een aantal kleine probleempjes die nodig verholpen moeten worden. Na een dagje sleutelen hebben we de lekkende waterslang gerepareerd, de assen gesmeerd, een verroest kroonsteentje vervangen zodat we eindelijk weer stroom in de tent hebben en ons gasstel gerepareerd. De laatste dagen lekte hij wat benzine, maar gelukkig bleek het euvel te worden veroorzaakt door een defect onderdeel dat we gelukkig als reserve mee hadden genomen. Een probleempje kunnen we echter niet oplossen en dat is onze richtaanwijzer. Deze houdt het al sinds Turkije voor gezien en dat is best vervelend in het drukke verkeer. Hiervoor moeten we binnenkort maar eventjes een garage opzoeken.

Vanuit Palmyra rijden we door de woestijn verder naar het zuiden, naar Damascus. Het is een heerlijke rustige route door een mooi landschap. Des te vreemder is het daarom misschien ook wel wanneer we op de borden lezen, dat we ons dichtbij Irak bevinden. Op een gegeven moment waren we slechts 150 kilometer van de grens met Irak verwijderd. Extra alert op de borden, hier willen we natuurlijk niet de verkeerde afslag nemen, rijden we door naar Damascus; de hoofdstad van Syrië.


 

Naar de garage


Wanneer we Damascus binnen rijden en op zoek gaan naar de camping, zien we ineens een bordje met een Landrover logo staan. Het bord wijst naar een werkplaats, waar men gespecialiseerd is in Landrovers. Omdat we nog steeds met een onopgelost knipperlichtprobleem zitten, slaan we af en rijden we naar de werkplaats. Op het moment, dat men ons ziet komen er gelijk meerdere monteurs aanrennen. Met handen en voeten leggen uit dat onze knipperlichten het niet doen, maar dat de zekeringen allemaal goed zijn. De monteurs gaan gelijk aan het werk en binnen 5 minuten hebben ze het probleem gevonden. Er is een relais stuk. Terwijl ze op zoek gaan naar een nieuw relais krijgen we thee en nootjes aangeboden en nog geen half uur later doet alles het weer.

 


Damascus


De oude stad van Damascus is een heerlijke stad om lekker doorheen te slenteren. Een beetje moe van alle moskeeën en ruines maken we van Damascus een culinair bezoek. Slenterend door de souk doen we ons heerlijk te goed aan allerlei Syrische versnaperingen zoals fallafel, een kipshoarma rol en vers vanille ijs met gehakte pistache nootjes. We wandelen door de joodse, christelijke en Arabische wijken en genieten van het straatbeeld. In tegenstelling tot Nederland, waar bijna iedereen hetzelfde draagt, kom je hier een heleboel verschillende mensen tegen. Gewoon geklede mannen, mannen in een jurk met arrafat hoofddoek en hele chique geklede mannen. Bij de vrouwen is de variatie nog veel groter. Je ziet hele westers geklede vrouwen, vrouwen met een hoofddoek, maar ook vrouwen met een burka. Bij sommige van deze vrouwen zijn de ogen nog te zien en bij anderen is helemaal niets te zien. Het is een fascinerend straatbeeld waar we uren naar kunnen kijken.


 

Sexy lingerie


Het laatste wat je verwacht als je naar een land als Syrië afreist is etalages vol sexy lingerie aan te treffen. Maar niet is minder waar. In iedere souk en in elke winkelstraat vind je een overschot aan winkels met super vrouwelijke en niets verhullende kleding, avondjurken en lingerie en dat terwijl het merendeel van de vrouwen zwaar tot licht gesluierd over straat loopt. Een groter contrast is bijna niet mogelijk. Toch heeft het ook wel iets. Hier maken de vrouwen zich mooi voor hun mannen. Een groot verschil met onze eigen cultuur waar de vrouwen er thuis vaak maar onverzorgd bij lopen en zich juist mooi maken voor anderen als ze de deur uit gaan.

 

Wanneer we ons aanmelden bij de camping horen we opeens iemand in het Nederlands tegen ons spreken. Het blijken Leny en Klaas te zijn. Klaas is net als ons op weg naar Zuid-Afrika en volgt dezelfde route. Op een aantal trajecten zal Leny, meereizen, maar de rest van de route zal Klaas alleen reizen. We bewonderen zijn auto en zijn moed. We hebben een gezellige tijd samen. Vooral 's avonds als we lekker warm met z'n vieren in de hun auto zitten. Tijdens koude avonden is het toch wel lekker zo'n camperopbouw. Na twee dagen nemen we afscheid, maar niet voor lang want tijdens ons bezoek aan Bosra komen we ze al weer tegen. Omdat Klaas dezelfde route rijdt zal dit waarschijnlijk ook niet de laatste keer zijn. Op de camping in Damascus hebben we bovendien een erg waardevolle tip gekregen over de boot naar Soedan. Mogelijk zullen we ook die samen nemen.


 

Dieseltax


Daar waar enerzijds de diesel in Syrië erg goedkoop is, moet je aan de andere kant een behoorlijke belasting betalen om met je dieselauto hier te mogen rijden. De dieseltax zoals die heet kost maar liefst 100 Dollar per week. Een behoorlijke kostenpost dus. Omdat we graag twee weken in Syrië wilden blijven zouden we dus aan de grens direct 200 Dollar tax moeten betalen. Maar onder het motto: "wie niet waagt die niet wint", betalen we slechts voor 1 week en gokken we erop, dat men dit niet merkt wanneer we het land verlaten. Elf dagen later, lopen we dan ook een beetje gespannen het gebouw van de douane binnen. We lachen vriendelijk als we het Carnet afgeven en zeggen maar niet te veel. Tot onze verbazing wordt er in no-time een stempel in ons Carnet gezet en rept niemand met een woord over de dieseltax. Nog een beetje argwanend omdat we verwachten, dat er vast nog wel een kantoortje komt waar ze het alsnog zullen merken, proberen we nog maar niet te vroeg te juichen. We houden onze adem in en rijden langs de kantoortjes, maar ook hier worden we vriendelijk uitgezwaaid. Het is ongelofelijk niemand heeft ook maar ergens naar gekeken. Een heel verrassend einde van een heel verrassend land.

Syrië 2007


4 april 2007 - 13 april 2007  

Route: Aleppo - Lattakia - Krak de Chevaliers - Hama - Palmyra - Damascus - Bosra

 


Syrië.....; een land waarover we in het westen niet veel meer weten, dan het beeld dat ons door de media wordt voorgehouden. Een beeld van bewapende extremistische moslims, ontvoerde kinderen gevangen in Nederlandse ambassades en zwaar gesluierde vrouwen; een land van gevaar, waar achter elke hoek een terrorist schuilt en waar je zeker als vrouw beter niet kunt komen. Zoals wel vaker het geval is, is dit eenzijdige beeld een vertekening van de werkelijkheid. Syrië, het land dat door de VS "de as van het kwaad" wordt genoemd is ongelofelijk gastvrij, respect en eerlijkheid zijn belangrijke waarden en tegenover vrouwen wordt een hoffelijkheid geuit die we in het westen verleerd zijn. Syrië is bovendien moderner dan verwacht en als westerse vrouw hoef je nergens een hoofddoek te dragen.

 

Een gewetensvraag

Bij de grensovergang waar we Syrië binnenkomen heerst totale chaos. De  grensovergang wordt verbouwd en overal ligt de weg open. Al het verkeer, zowel dat wat het land binnenkomt als dat wat het land verlaat staat kris kras door elkaar. We moeten ons even oriënteren, maar al gauw lopen we het juiste gebouw binnen. Omdat we voor Syrië nog geen visum hebben worden we naar een apart kantoortje gestuurd waar het lange wachten begint. Voor Nederlanders zou het mogelijk moeten zijn het visum aan de grens te kopen, omdat er zich in Nederland zelf geen Syrische ambassade bevindt. Of dit waar is zullen we snel genoeg merken. Nadat we ongeveer een half uurtje hebben gewacht komt er man binnen die behoorlijk goed engels spreekt. Hij stelt ons een paar vragen en begint voor ons het woord te voeren. Later blijkt deze man werkzaam te zijn aan de grens waar het zijn taak is toeristen een handje te helpen. We vertellen hem, dat we nog geen visum hebben en dat we die dus willen aanvragen. Volgens de man moet dit wel lukken, maar hij weet niet binnen welke termijn; soms kan dit heel erg lang duren. Onze visumaanvraag moet namelijk naar Damascus worden gefaxt alwaar hij door het hoofd van de immigratiedienst moet worden beoordeeld. Na goedkeuring moet er dan weer een fax terug naar de grens met de toestemming voor het verstrekken van het visum en pas dan kan men de hele riedel gaan regelen. Tenzij....... En dan stelt hij ons een gewetensvraag. Voor een extra bijdrage van 10 Dollar kan hij ervoor zorgen, dat we niet lang hoeven te wachten. Tja, wat doe je dan. We overleggen even en in strijd met onze principes besluiten we toch maar voor de snelle methode te gaan. We delen dit mede en de man vertrekt met onze paspoorten. Geloof het of niet, ongeveer een half uurtje later komt hij terug met twee visums! Met onze visums op zak begint nu een hele wandel langs de politie voor het inreisstempel, langs de douane voor het Carnet en de dieseltax, langs de security voor de controle van de auto en langs het verzekeringskantoortje voor de verplichte WA-verzekering. Tussendoor moeten we telkens langs het wisselkantoor om geld te wisselen. Je moet in Dollars betalen, maar die moet je ter plekke wel telkens omwisselen voor Syrische Ponden. Als je denkt, dat Nederland bureaucratisch is, dan ben je nog niet in Syrië geweest. We worden van hot naar her gezeuld, maar uiteindelijk, ongeveer 3 uur later, is alles geregeld en rijden we Syrië binnen.

 

In vergelijking met Turkije zien de huizen er wat armoediger uit en er ligt veel meer vuil langs de weg. Vanaf de grens rijden we door naar Aleppo, waar we even willen pinnen en tanken. Wanneer we in Aleppo op zoek gaan naar een geldautomaat en hiervoor een aantal mensen aanspreken valt ons direct op hoe vriendelijk en gastvrij we geholpen worden. Het is geen uitzondering, dat we tezamen met het antwoord op onze vraag de uitnodiging krijgen een kopje thee te komen drinken. We voelen ons net de koningin iedereen zwaait en overal worden we aangesproken.

 

Nadat we in een goed restaurantje onze eerste Syrische maaltijd hebben gehad gaan we op zoek naar een hotel. Helaas zijn de wat betere hotels allemaal vol en blijft er slechts de keus over tussen hele dure hotels of hele vieze hotels. Beide vinden we geen optie en ondanks, dat het al donker is besluiten we de stad uit te rijden op zoek naar een camping. 's Middags hadden we al een bord langs de weg zien staan en via andere websites hebben we het waypoint. Voordat we vertrekken echter, gaan we eerst nog eventjes tanken. Natuurlijk wisten we dat diesel in Syrië erg goedkoop zou zijn, maar als we bijna 160 liter tanken voor minder dan 18 euro, dan moeten we toch even lachen. We rijden verder de stad uit op zoek naar de camping. Helaas kunnen we in het donker het bord niet terug vinden en alhoewel de gps zegt, dat we vlakbij zijn kunnen we de juiste weg niet vinden. Maar zoals we later nog veel vaker zullen meemaken krijg je in Syrië van iedereen hulp. Wanneer we bij een wegrestaurantje de weg vragen stapt er direct een mannetje op een brommer die voor ons uit rijdt naar de camping en in tegenstelling tot veel andere landen verwachten ze er hier niets voor terug. Ze groeten vriendelijk en gaan er weer vandoor.

 


Another time


Hadden we het eerder al over de gastvrijheid van de Turken, de Syriërs doen er nog een schepje bovenop, naast de vriendelijke kopjes thee en alle hulpvaardige aanwijzigen hebben we zelfs een aantal keren niet hoeven betalen in winkels. De eerste keer was in Aleppo. Toen Markus de eerste keer de vetnippels van de auto wilde smeren bleek de aansluiting van de vetschaar iets te dik waardoor hij niet tussen de nauwe doorgang van de kruiskoppelingen paste. In Aleppo hadden we tijdens de eerste dag al een straatje met auto-onderdelen ontdekt en dus gingen we de volgende dag terug op zoek naar een kleinere aansluiting. Omdat ook in Aleppo deze kleinere aansluitingen kant en klaar niet te koop bleken is er uiteindelijk een winkeltje geweest die hem voor ons heeft gemaakt. Bij een andere zaakje hebben ze een nieuwe aansluiting gehaald die ze vervolgens op maat hebben geslepen. Met z'n allen hebben ze ons geholpen en toen we wilden betalen zeiden ze: "another time". In de veronderstelling, dat we het niet goed begrepen hadden hebben we dezelfde vraag nogmaals gesteld, maar men bleef volhouden 'another time". Zonder te betalen verlieten we uiteindelijk de winkel met op zak een nieuwe helemaal op maat gemaakte aansluiting. En het bleef niet bij deze ene keer. Tijdens ons verblijf in Syrië is het ons meerdere malen overkomen. Zo hebben we nog een keer gratis mogen internetten, en toen we bij een bakkerij koekjes wilden kopen hebben we een paar heerlijke stukken baklava voor niets gekregen.


 

Te gast bij..   


Op camping Kadour, vlakbij Aleppo, hebben we een leuke tijd gehad. En dit komt niet alleen door het heerlijke zonnige weer. Het is vooral de familie Kadour die ons verblijf extra speciaal maakt. Dankzij hun krijgen we een kijkje in het leven van een Syrische familie. Nadat we 's ochtends eerst zijn uitgenodigd voor een gruwelijk smerig kopje koffie worden we aan het einde van de dag opnieuw uitgenodigd. Gelukkig is het ditmaal voor een kopje thee. De heer Kadour is deze keer zelf niet thuis en zonder de man des huizes zijn de vrouwen opeens een heel stuk vrijer. Samen met zijn vrouw, zijn oude moeder en zijn zus zitten we op z'n Syrisch op de grond op een aantal kussens te genieten van de thee en gezouten pitten. Na een tijdje nemen we afscheid en gaan we terug naar de auto om wat eten te maken. Echter nog voordat we het gasstel te voorschijn hebben gehaald staan de vrouwen alweer bij de auto; deze keer om ons uit te nodigen voor de maaltijd. Dit aanbod slaan we niet af en even later zitten we opnieuw op de grond. Ditmaal achter een enorm dienblad vol met sauzen en hapjes. De vrouwen genieten van ons gezelschap en wij van die van hun. Alhoewel de vrouwen geen engels spreken gaat de communicatie nog redelijk. Met handen en voeten vertellen ze over hun familie en wij over het onze. Het feest is helemaal kompleet als we foto's van onze familie halen. We hebben een hele gezellige avond en als we opnieuw afscheid nemen krijgt Belinda een armband van de oude moeder. Ze schuift eentje van haar eigen pols zo om die van Belinda; een cadeautje recht uit het hart. Sprakeloos gaan we op bed.